Tijd voor meer ‘Social Finance’ in Nederland
Vorige week verscheen het het rapport ‘Scheltema’, waaruit duidelijk werd wat er kan gebeuren als een bank te weinig aandacht besteedt aan de zorgplicht voor haar klanten. Het rapport schetst een organisatie waar groei voorop stond en de zorg voor de klanten minder aandacht kreeg. Het gevolg: duizenden klanten die hierdoor in problemen zijn gekomen, hetzij door te hoge maandlasten of door het verdwijnen van spaargelden (volgens de vereniging DSBspaarder.nl in totaal 215 miljoen). DSB handelde volgens het rapport onverantwoordelijk met grote gevolgen van dien.
Vraag nu is wat banken en verzekeraars hiervan kunnen leren. De meeste banken en verzekeraars zullen weinig parallellen zien met hun eigen organisatie. Per slot van rekening is de compliance en het risicomanagement bij de meesten op een veel hoger niveau. Toch is er ook een periode geweest, pakweg tussen 1995 en 2005 waarbij banken en verzekeraars sterk stuurden op groei. In deze tijd werden bijvoorbeeld hypotheken verkocht tot ver boven de huidige normen van de gedragscode hypotheken. Het probleem is dat dit soort producten niet meer worden verkocht, maar dat er nog steeds vele Nederlanders rondlopen met dit soort producten. De risico’s van deze groepen zijn relatief hoog. Ze staan in feite op ‘scherp’, waardoor een relatief beperkte inkomensval kan leiden tot betalingsproblemen.
Zolang de economie redelijk op peil blijft zullen dit soort problemen overzichtelijk blijven. Maar in de jaren 2008 en 2009 is de economische situatie dermate verslechterd dat steeds meer gezinnen in betalingsproblemen zijn gekomen. Als we kijken naar het aantal aanvragen in Nederland voor de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen), dan valt op dat in 2009 inmiddels 25% van de 30.000 aanvragen afkomstig is van mensen met een bovenmodaal inkomen. Dit was in 2008 nog maar 2%. Als we er vanuit gaan dat het gemiddeld een jaar kost voordat een financieel probleem onoplosbaar blijkt en een gezin zich meldt voor de schuldsanering, dan betekent dit dat de cijfers van 2009 hun oorzaak vinden in 2008. In 2010 zouden dan de gevallen van het crisisjaar 2009 zich openbaren. De explosieve stijging van de bovenmodale inkomens in de WSNP kan derhalve een trend worden. Gezien de instabiele economische situatie en de aangekondigde bezuinigingen, kan de situatie nog fors verslechteren.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=3nQu7qUdsH8]
Wat betekent dit nu voor banken en verzekeraars? Banken en verzekeraars hebben zorgplicht voor hun klanten en dus ook voor de risicovolle klanten. Vanuit deze optiek wordt het van belang dat ze verantwoordelijkheid nemen voor klanten die mede door hun toedoen in de problemen komen. Als een klant langdurig zijn hypotheek niet meer kan betalen kan de bank besluiten om het huis te laten veilen. Deze veilingen leveren vaak maar 60% van de executiewaarde op. De klant moet dan zijn huis uit. Het huis komt meer dan eens in het criminele circuit. Dit soort veilingen veroorzaakt maatschappelijke kosten. Ten eerste moet de klant verhuizen en meer dan eens is er niet direct woonruimte voorhanden, waardoor een beroep moet worden gedaan op de noodopvang. Ten tweede blijkt nogal eens dat een huis een criminele bestemming krijgt, waardoor de gemeente het huis moet onteigenen. De doorlooptijd van de bijbehorende juridische procedures zijn lang en de kosten hoog. Ten derde zijn er moeilijk te becijferen emotionele kosten, omdat kinderen vaak van school moeten en gezinnen nogal eens uiteen vallen. De rekening van zowel de meetbare als onmeetbare kosten komen bij de maatschappij te liggen, hoewel de banken zelf ook afschrijven op deze cases.
Gezien de groeiende problemen en de verantwoordelijkheid van banken en verzekeraars lijkt het goed om een maatschappelijk verantwoorde strategie te ontwikkelen voor de komende periode. Op zich zijn er al veel initiatieven zoals budgetcoaches en wordt er al samengewerkt via het platform CentiQ. Het is echter de vraag of dit genoeg is. Het zou zowel de maatschappij als banken en verzekeraars zelf helpen als er meer aandacht zou komen voor de groeiende trend van gezinnen met betalingsproblemen. Daarnaast zou het helpen als banken en verzekeraars ook nog meer zouden gaan bijdragen aan de preventie, bijvoorbeeld in de vorm van opleiding en goede cash management software. Naast preventie is er behoefte aan een goede samenwerking met overheid en NGO’s (zoals Kredietbanken en het Nibud). Aandacht zou zich moeten vertalen in meer budgetten en uitwisseling van ‘best practices’. Zo kunnen banken en verzekeraars hun rol spelen in het helpen en opleiden van Nederlandse gezinnen om beter met geld om te gaan. Dit is zowel in het belang van de maatschappij als in hun eigen belang gezien de vertrouwenscrisis waar banken en verzekeraars momenteel mee kampen.
Een voorbeeld van een publiek/privaat samenwerkingsverband is het ‘Vangnet’ hypotheken van de Gemeentelijke Kredietbank Den Haag. Mensen die uit hun huis dreigen gezet te worden kunnen een tijdelijke hypotheek krijgen van overheidswege, in ruil voor een schuldsaneringstraject. Lang niet iedereen komt hiervoor in aanmerking (je moet wel inkomen hebben), maar het is een goed alternatief voor een veiling met veel lagere kosten voor zowel de klant als de banken. Banken werken in dit initiatief volwaardig mee omdat ze geloven in het initiatief. Per case wordt gekeken of het gezin in aanmerking komt van de regeling.
De ontwikkeling waarbij banken en verzekeraars gezamenlijk en separaat werken aan het helpen en opleiden van de Nederlandse ‘financiële’ consument zou je ‘Social Finance’ kunnen noemen. In het buitenland wordt deze term vooral gebruikt voor zaken als ‘microfinance’ en ‘social entrepreneurship’. We kunnen deze term echter ook anders laden voor de Nederlandse situatie. Zo brengen we de activiteiten in elk geval onder een noemer. Op zich zouden criticasters kunnen zeggen dat banken en verzekeraars hiermee mensen met betalingsproblemen ‘pamperen’. Maar uit eigen ervaring weet ik dat dit volslagen onzin is. Het gaat om initiatieven die realistisch zijn, maar die zowel financiële als maatschappelijke kosten minimaliseren.
Noot: Dick-Jan Abbringh is gastblogger van Finno en werkzaam bij Ten Have Change Management.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!